Wat kan ik mijn puberjaren missen als ik dit eet! Vroeger kon ik ongegeneerd 4 bordjes van dit verrukkelijke goedje naar binnen schuiven en daarna nog vragen om een toetje! Tegenwoordig krijg ik met moeite anderhalf bord van deze heerlijke ouderwetse soep op 🙁 Het is soms zo jammer dat je maag zijn beperkingen heeft als je tong nog niet genoeg heeft gehad 😉 Bruine bonensoep en snert, ik vind het heerlijk! Typische winterkost dat smaakt naar warmte,thuis en gezelligheid, bruine bonensoep nog ietsje lekkerder dan snert. De stiefjes waren het hartgrondig met mij eens maar ’the Mr’ heeft liever snert. Ik geef hem ongelijk, ik eet liever deze heerlijke, hartige en stevige soep. Lekker zoals mijn moeder hem vroeger al maakte en waar ik nog steeds zielsgelukkig van word, met heel veel lekkere stukjes vlees! Dit recept post ik speciaal voor de lieve Trudy 😉 want ik heb lang getwijfeld over het posten van dit recept. Het is namelijk echt niet mooi te fotograferen, het lijkt nog het meest op een grote schaal poep 😉 Gelukkig smaakt het heeeeeeeel anders 😛 Ik doe het trouwens op de ouderwetse manier, met gedroogde bonen. Dit doe ik omdat ik die gewoon lekkerder vind dat blikbonen en het daarom de tijd en de moeite waard vind om bonen te weken en te koken 😉 Wil jij nou niet ouderwets doen, dan neem je gewoon 2 grote blikken bruine bonen.

Wat heb je nodig voor een enorme pan vol:

• 1 zak gedroogde bruine bonen (klaargemaakt zoals op de verpakking staat aangegeven)
• 200 gram gerookt spek (ik neem gewoon blokjes)
• 500 gram saucijzen/verse worst (voor de urkers…natte worst)
• 500 gram krabbetjes of karbonade
• 1 hamschijf (ik zoek gewoon de mooiste uit)
• 2 lekkere rookworsten (verse dus)
• 1 kilo hutspotgroenten
• 1 knolserderij geschild en in blokjes
• 3 blaadjes laurier
• snufje foelie
• 1 klein blikje tomatenpuree
• scheutje azijn naar smaak
• zout, peper en nootmuskaat

Hoe maak je het?

Neem een grote soeppan en leg al het vlees, behalve de rookworst op de bodem, bovenop het vlees leg je de laurierblaadjes en de foelie en daarbovenop je gesneden groenten. Giet hier ongeveer 2 liter koud water op en breng het zachtjes aan de kook, laat ongeveer 2 uur koken tot het vlees botergaar is 🙂 Dan zet je het vuur uit en laat je de hele handel goed afkoelen. Dit doe ik dus altijd een dag van te voren.

Als alles goed is afgekoeld kan je het vet makkelijk van de bouillon afscheppen, dit vind ik heel belangrijk omdat ik van zo’n hele vette soep zeker last krijg van brandend maagzuur 😉 Vis het vlees uit de pan en snij dat allemaal in kleine stukjes, hou even apart. Omdat ik niet van een hele gladde soep hou, pureer ik de bouillon met de groentjes niet met de staafmixer maar gooi ik een paar keer mijn pureestamper door de pan 🙂 Zo word de groente wel geplet maar niet onherkenbaar. De laurierblaadjes en de stukjes foelie die ik nog kan vinden vis ik ook even uit de soep en anders doet degene die het op zijn bord krijgt dit maar zelf 😛

Pureer de bruine bonen tot een gladde prut, dit is het handigst in een blender. Heb je alleen een staafmixer doe het dan in delen, je draait anders je staafmixer stuk.

Doe de bonenprut bij de bouillon en breng dit weer aan de kook, laat koken tot een dikke soep. (tip van mijn moe: word je soep nou niet dik genoeg naar jou smaak. doe er dan een paar eetlepels havermout in)

Breng de soep op smaak met de tomatenpuree, peper (veel), zout en nootmuskaat. Doe er een scheutje azijn bij, zoveel als je lekker vind (begin dus eerst eens met een eetlepel azijn). Daarna doe je de stukjes vlees terug in de soep en snij je de rookworst in plakjes die je er ook bij doet. Laat nog een kwartiertje heel rustig pruttelen en geniet van een ouderwets bruine bonensoepje dat smaakt naar echte witte winters 🙂

Eet smakelijk!