Risotto met groene asperges
Risotto is voor mij echt het absolute comfortvoer! Heerlijk, warme, hartige en smeuïge rijst…mij kan je er voor wakker maken! Mijn favoriet is met groene asperges en gelukkig had mijn favoriete groenteboer vorige week heel goedkoop groene asperges 🙂 Dat moeten we vieren met risotto toch?! Gelukkig is ’the Mr’ dit altijd met me eens, hij is er net zo dol op als ik. Meestal eet ik risotto zonder vlees, ik vind die grote stukken heel storend in mijn lekkere zalvige rijst 😉 Vandaag dus een vega receptje, dat vind ik ook heel belangrijk…samen kunnen we de vleesconsumptie een stukje minder maken. Dat doe je al heel makkelijk door 1 á 2 keer per week een dagje zonder vlees in te lassen. Dierenleed gaat mij enorm aan het hart en ik probeer dan ook zoveel mogelijk verantwoord in te kopen en vleesloze dagen in te lassen. ‘The Mr’ had hier in het begin wat moeite mee, maar nu heeft hij ontdekt dat vlees niet het lekkerste van de maaltijd is, de maaltijd moet gewoon lekker en goed zijn!
Wat heb je nodig:
- 250 gram risottorijst
- 500 gram groene asperges
- 1 grote ui
- 2 tenen knoflook
- 100 gram champignons
- 200 ml droge witte wijn
- 650 ml bouillon (groente of kippenbouillon)
- 50 gram geraspte parmezaanse kaas
- 1 eetlepel boter
- 2 eetlepels olijfolie
- peper, zout en de rasp van een halve citroen (je kan ook citroenpeper gebruiken)
Hoe maak je het?
Snij de ui en de knoflook heel fijn, je wil de stukken ui niet groter hebben dan je rijstkorrels.
Pak 2 pannen, 1 voor de bouillon en 1 om je risotto in te koken. Breng de bouillon zachtjes aan de kook en hou dit warm.
In de tweede, grote pan smelt je de boter met de olie en daarin laat je de knoflook en de ui heel zachtjes glazig bakken. Dit gaat makkelijk als je een beetje zout over de ui strooit, het vocht wat er uit komt zal voorkomen dat de ui bruin kleurt.
Als de ui glazig is bak je de rijst heel even mee, roer de rijst tot alle korrels glanzend zijn. Hier doe je de witte wijn erbij. laat koken tot het goed ingekookt is. Nu mag je lepel voor lepel (wel soeplepels, anders schiet het niet op) de bouillon erbij doen. Laat het telkens helemaal opgenomen worden voordat je nieuwe bouillon erbij doet. Roer regelmatig, daardoor word het zo lekker smeuïg.
Als je nog maar de helft van de bouillon in je pannetje hebt zitten, snij je de asperges in kleine stukjes en doe je deze bij de rijst. Ga verder met bouillon toevoegen tot alles bouillon op is en je rijst gaar en zacht is.
Doe nu de in plakjes gesneden champignons erbij en het grootste deel van de geraspte kaas. Roer dit goed door. Maak op smaak met peper, zout en de citroenrasp.
Schep in een diep bord en strooi er nog een beetje parmezaanse kaas overheen.
Lepelkost zouden ze dit op Urk noemen en het is ook gewoon het lekkerst te eten met een lepel 😉
Eet smakelijk!